Juridische grondslag antikraak
“anti-kraak overeenkomst”
De wetgeving in Nederland is voor het verhuren van woonruimte uitgebreid en kent in wezen 2 hoofdvormen: huur voor onbepaalde tijd en diverse vormen van tijdelijke verhuur van woonruimte. Voor beide vormen gelden in bepaalde gevallen huurbescherming en huurprijsbescherming. Huur voor onbepaalde tijd is het uitgangspunt en tijdelijke verhuur is de uitzondering op de regel. Nu steeds meer bleek dat er meer behoefte was aan de uitzondering op de hoofdregel, zijn de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur in 2013 verruimd door een wijziging van de Leegstandwet.
Om normale kraak van leegstaande woningen tegen te gaan, kan dus de Leegstandwet worden toegepast. Dit gebeurt, middels een door de gemeente te verstrekken vergunning. De Leegstandwet maakt het mogelijk om bepaalde categorieën woningen en gebouwen tijdelijk te verhuren, waarbij een aantal huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn. De huurovereenkomst moet dan voor tenminste 6 maanden worden aangegaan en er geldt een opzegtermijn van minimaal 3 maanden voor de verhuurder. Voor de huurder geldt dan een opzegtermijn van maximaal 1 maand.
Slechts bepaalde, in de Leegstandwet genoemde objecten, vallen onder de Leegstandwet. Onder voorwaarden en door middel van wijziging van het bestemmingsplan (via een omgevingsvergunning) kan de Leegstandwet eveneens van toepassing zijn op woonruimte in gebouwen, zoals kantoren en scholen.
Hoewel de minister zich realiseert dat in een aantal gevallen antikraak toch nodig is en een nuttige aanvulling op het reguliere woningaanbod kan zijn, bijvoorbeeld voor ruimtes die niet voldoen aan de eisen die aan woonruimtes gesteld worden (of als de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur reeds benut zijn of indien de periode tot aan sloop of vernieuwbouw zeer kort is), ziet de minister vooralsnog geen reden om voorstellen te ontwikkelen om verdere wettelijke eisen te stellen aan antikraakcontracten.
De praktijk van nu is derhalve dat als verhuur via de Leegstandwet niet mogelijk is, er antikraakcontracten worden gebruikt (ook door de overheid). Dit gebeurt dan meestal in de vorm van een (privaatrechtelijke) bruikleenovereenkomst (ook wel gebruiksovereenkomst genoemd). Een bruikleenovereenkomst (artikel 7A : 1777 e.v. BW) is tijdelijk en duurt zolang het de bruikleengever uitkomt. De bruikleenovereenkomst kan in beginsel zonder opgaaf van reden en met een korte opzegtermijn worden opgezegd, waarbij de bewoner/gebruiker geen recht heeft op vervangende woonruimte.
Een andere wettelijk kader zou overigens eventueel bewaargeving (artikel 7:600 BW) kunnen zijn.
Tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet heeft normaliter de voorkeur moeten hebben. Als dat niet mogelijk is een bruikleenovereenkomst een goed alternatief.
Wilt u weten hoe bovenstaande situatie zich verhoudt met het (eventueel strijdig gebruik en/of vrijstelling) bestemmingsplan, neem dan contact met ons op.
Meer info inzake het juridisch kader dan wel de juridische grondslag van leegstandbeheer - antikraak, vul dan onderstaand formulier in en wij nemen zo spoedig mogelijk contact op: