UNIZO-Limburg stelt actieplan tegen Leegstand voor

28 februari 2012

De leegstand van winkel-verkooppunten is het afgelopen jaar overal in ons land toegenomen. Samen met Antwerpen kent Limburg het hoogste leegstandspercentage van Vlaanderen, dat blijkt uit cijfers van studiebureau Locatus. In Limburg staan vandaag 1.464 panden leeg of 8,2% van alle winkelpanden.

Volgens UNIZO wordt die leegstand vooral veroorzaakt door de vaak ondoordachte opkomst van baanwinkels aan de rand van de stad. Steden en gemeenten hadden de afgelopen jaren ook niet altijd een pasklaar antwoord klaar op leegstand, mede ingegeven door de overtuiging dat de gemeente hier geen vat op heeft. En indien er maatregelen worden genomen, zijn ze veelal té onsamenhangend waardoor ze het beoogde effect missen.

UNIZO-Limburg stelde vandaag dan ook haar “UNIZO Actieplan tegen leegstand” voor. Met dit plan wil de organisatie de leegstandsproblematiek in de detailhandel in kaart brengen en 10 actiepunten aanreiken voor het gemeentelijk – en het provinciaal – beleid in de aanpak van de leegstand.
Het actieplan werd voorgesteld in Sint-Truiden waar alvast enkele goeie acties lopen tegen leegstand. Onder impuls van UNIZO-Sint-Truiden verhuren eigenaars hun leegstaande panden aan aanpalende handelaars. Maar ook de stad zelf maakt sedert enkele jaren werk van een kernversterkend beleid.

Leegstand in België groeit onverminderd door

De leegstand van winkel-verkooppunten is het afgelopen jaar in heel België onverminderd gegroeid. Inmiddels staat 7% van alle panden leeg, in 2011 was dit 6,6%, in 2008 was dit nog 5,2%. In vierkante meters hebben we het over ruim 1,3 miljoen vierkante meter lege winkelmeters.


In Limburg staan 1.464 panden leeg, op een totaal van 17.774. Het leegstandspercentage in Limburg is met 8,2% fors hoger dan het landelijk gemiddelde. Het afgelopen jaar is de leegstand in Limburg wel iets minder snel toegenomen dan gemiddeld in België.

Op gemeentelijk vlak zien we in Limburg heel wat verschillen tussen de Limburgse gemeenten: de hoogste leegstand vinden we terug in Leopoldsburg (13,9%), Genk (11,2%), Hechtel-Eksel (10,8%), Maasmechelen en Neerpelt (beiden 10,2%) en Bilzen (10,0%). De laagste leegstand – Herstappe even buiten beschouwing gelaten – is er in Limburg in de gemeenten Lummen (2,5%), Peer en Bocholt (3,0%), Kinrooi (3,1%), Nieuwerkerken (3,7%) en Riemst (3,9%). In vergelijking met 2008 is de leegstand in 33 Limburgse gemeenten gestegen, in 10 gemeenten gedaald en gelijk gebleven in Herstappe.

Naast de benadering vanuit het aantal leegstaande panden kan de leegstand ook bekeken worden in functie van het aantal vierkante meters. Begin 2012 kent Limburg een leegstand in de detailhandel van 131.687 m2 op een totaal van 1.776.593 m2, oftewel een leegstandspercentage van 7,4%.

Als we differentiëren naar type winkelgebied, dan zien we dat vooral de grote (traditionele) winkelgebieden in Limburg hoge leegstand noteren. Binnensteden (meer dan 400 verkooppunten in de kleinhandel), binnenstedelijke winkelstraten (populair gezegd: de aanloopstraten) en hoofdwinkelgebieden groot (tussen de 200 en 400 verkooppunten in de kleinhandel) laten allemaal leegstandspercentages zien van 13% tot 14%.

Nog bijkomende winkelruimte op komst

Zoals uit de bovenstaande cijfers blijkt, is de toenemende leegstand van handelspanden een belangrijk probleem waar veel steden en gemeenten mee te maken krijgen.
Patrick Buteneers, directeur Belangenbehartiging UNIZO-Limburg: “Tegelijkertijd zien we echter ook een groeiende tendens om nieuwe grote vastgoedprojecten te financieren met grootschalige detailhandel zoals shoppingcentra. De laatste jaren duiken in Limburg dan ook heel wat plannen met veel bijkomende m2 aan nieuwe handelsruimte op.”

Tegenover het ruime aantal van 131.000 m2 aan leegstaande detailhandel in Limburg kan al snel 200.000 m2 aan nieuwe ruimte geplaatst worden. Soms binnen, maar meestal buiten de bestaande handelskernen.

Nieuwe grootschalige projecten zijn echter niet altijd zonder gevaar. UNIZO waarschuwde eerder al voor de ruimtelijke en socio-economische impact van een ondoordacht inplantingsbeleid van shoppingcentra. Patrick Buteneers: “Leegstaande panden in een handelscentrum betekenen niet dat er helemaal geen nieuwe ontwikkelingen kunnen gebeuren in het centrum of op nieuwe locaties, maar het leegstaand aanbod dient wel een duidelijk onderdeel te zijn van een gemeentelijke detailhandelsvisie.”.
Redenen voor leegstand

Volgens UNIZO zijn er verschillende redenen te vinden voor die toegenomen leegstand. De ongebreidelde en vaak ondoordachte ontwikkeling van baanwinkels en shoppingcentra aan de rand van steden en gemeenten is alvast een belangrijke oorzaak. Jarenlang hebben gemeenten bovendien naar het probleem gekeken zonder er een pasklaar antwoord op te kunnen geven, mede ingegeven door de overtuiging dat de gemeente hier geen vat op heeft. Slechts de laatste vijf tot tien jaar zijn gemeentebesturen in actie geschoten om de negatieve spiraal tegen te houden. Veelal worden echter nog onsamenhangende maatregelen genomen die het beoogde effect missen. En eens de negatieve spiraal in gang is gezet, is het heel moeilijk om het tij te keren. Huur- en vastgoedprijzen anticiperen niet op een verminderd handelsklimaat maar versterken in tegendeel de neergang.

UNIZO Actieplan tegen leegstand

UNIZO blijft in eerste instantie voorstander van een kernversterkend beleid. De verweving van de functies wonen, werken en winkelen zorgt voor een ideale habitat voor een bloeiend winkelapparaat. Het kernversterkend aspect moet volgens UNIZO dan ook als fundamenteel criterium gelden. UNIZO roept de gemeenten dan ook op om zelf op bepaalde plaatsen een duidelijke visie te ontwikkelen voor de mogelijkheden en beperkingen voor nieuwe grootschalige detailhandel.

UNIZO pleit daarnaast ook voor een planmatige aanpak. Niet het lanceren van één losse maatregel zal het verschil maken. Gemeenten hebben nood aan een plan van aanpak op alle domeinen die een impact hebben op het winkelcentrum: bereikbaarheid, parkeerbeleid, pandenbeleid, ruimtelijke ordening,.... De aanpak van leegstand kan dan ook alleen slagen als onderdeel van een duidelijke detailhandelsvisie.
10 concrete maatregelen om leegstand tegen te gaan
UNIZO-Limburg stelde vandaag ook 10 actiepunten voor die als leidraad kunnen dienen in het gemeentelijk – en het provinciaal – beleid in de aanpak van de leegstand.

  • 1. Startnota Winkelen in Vlaanderen als basis. Een ruimtelijk-economisch beleid aangevuld met kernversterkende (steun)maatregelen, met een lokale vertaling van een Vlaams beleidskader.
  • 2. Planmatige aanpak ontwikkeling handelskernen. Een aanpak op (middel)lange termijn, vertrekkend vanuit de afbakening van een kernwinkelgebied.
  • 3. Multidisciplinaire aanpak: mobiliteit, ruimtelijke ordening, pandenbeleid, fiscaliteit, citymarketing,... Ondersteunende en sturende maatregelen vanuit andere beleidsdomeinen i.f.v. een sterk lokaal economisch beleid.
  • 4. Wijkmanagers voor een activering van eigenaars. Binnen een programma van stadsontwikkeling, kernversterking en diversifiëring sensibiliseren wijkmanagers eigenaars van handelspanden om deel te nemen aan de versterking van de wijk.
  • 5. Vermindering onroerende voorheffing na verbouwing/ingebruikname beschikbaar handelspand Als financiële tegemoetkoming voor investeringen die eigenaars/huurders doen om een leegstaand pand effectief terug commercieel te benutten.
  • 6. Versoepelen van stedenbouwkundige voorschriften. In functie van een verantwoorde samenvoeging van verschillende panden, ondersteund door een subsidiereglement. 
  • 7. Handelspandenfonds. Een substantiële subsidie aan ondernemers die een nieuwe handelszaak starten in het handelscentrum, onder duidelijke voorwaarden (afgebakend winkelgebied, sectoren, tegenprestatie).
  • 8. Positieve invalshoek: stimuleren van nieuw ondernemerschap in handelskern. Niet enkel repressief optreden, maar leegstaande handelspanden benutten als een opportuniteit voor een toekomstige ondernemer om een eigen zaak te starten.
  • 9. Creatieve acties ter aanvulling van structurele maatregelen. Maak op korte termijn werk van (tijdelijke) oplossingen om het leegstandsbeeld in het centrum tegen te gaan, naast de planmatige aanpak op langere termijn.
  • 10. Werk samen. Met het provinciebestuur, met andere gemeenten, met handelaars en met ondernemersverenigingen.

Inspirerende voorbeelden in Sint-Truiden

Het actieplan bevat ook enkele ‘inspirerende voorbeelden’ binnen en buiten Limburg in de aanpak van leegstand. Eén van die voorbeelden is terug te vinden in Sint-Tuiden. Onder impuls van UNIZO-Sint- Truiden worden eigenaars van leegstaande panden aangesproken om hun etalage te verhuren aan aanpalende handelaars. Voorzitter van UNIZO-Sint-Truiden en initiatiefnemer Frank Deltour (Foto Robyns): “Dit is een win-win voor elke partij: de handelaar krijgt extra etalageruimte tegen een beperkte prijs, de eigenaar krijgt een vergoeding voor zijn pand, en voor de stad verdwijnt een deel van de leegstand uit het straatbeeld. Dit jaar hebben we zo 5 leegstaande etalages in gebruik genomen, waarvan er ondertussen al drie opnieuw zijn verkocht of verhuurd.”

Maar ook de stad zelf neem de nodige initiatieven. “De stad Sint-Truiden maakt - met de steun van de provincie Limburg - sedert enkele jaren werk van een kernversterkend beleid dat aansluit bij de visie van UNIZO,” licht schepen Pascal Vossius toe. “Sint-Truiden wil in de toekomst niet inzetten op bijkomende grootschalige projecten aan de rand van de stad. De ontwikkelingen die nu op stapel staan in de rand bieden immers voldoende mogelijkheden. Sint-Truiden kiest de komende jaren resoluut voor een bloeiende binnenstad. Een sleutelelement hierbij is de afbakening van het kernwinkelgebied. 

De stad werkt enerzijds gerichte acties uit om het ondernemerschap in dit kernwinkelgebied te ondersteunen en nieuwe ondernemers aan te trekken. Anderzijds zet Sint-Truiden in op beleving.”
Een multidisciplinaire aanpak is volgens de schepen van groot belang voor het verwezenlijken van de detailhandelsvisie van de stad. “Zo trekken de evenementen van Trud’Or heel wat bezoekers naar het centrum, bloesems brengen sfeer in het straatbeeld, de dienst ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling lanceert pilootprojecten om het wonen-boven-winkels aantrekkelijk te maken voor zowel handelaar als bewoner, het ondernemersloket biedt hulp aan de beginnende handelaar, de dienst toerisme zet Sint-Truiden op de kaart als toeristische trekpleister en het Autonoom Gemeentebedrijf AGOST pakt de stationsbuurt aan. Met stip op één staan natuurlijk de inspanningen van de handelaars zelf die van Sint-Truiden een gezellige shoppingstad maken en Sint-Truiden in de kijker plaatsen.”

Bron: UNIZO