Tilburg krijgt meldplicht voor lege panden

28 oktober 2011

Tilburg gaat als tweede gemeente in Nederland pandeigenaren verplichten om leegstand van hun pand binnen een half jaar te melden. De gemeente voert een leegstandsverordening in om het hoofd te bieden aan het groeiend aantal lege winkel- en bedrijfspanden.

Vrijwillig meldsysteem voor woningen

De meldingsplicht geldt niet voor woningen. Dit brengt te hoge uitvoeringskosten met zich mee, aldus de gemeente, die niet in verhouding staan tot het probleem. In Tilburg staat circa twee procent van de woningen leeg. Wel wil de gemeente met een vrijwillig meldingssysteem voor woningen beter inzicht krijgen in de leegstand in de stad.

Nieuwe bestemming

Als eigenaren van een bedrijfs- of winkelpand in zes aangewezen gebieden, waaronder de Tilburgse binnenstad, leegstand van hun pand niet melden, kan de gemeente hen een boete opleggen. Met eigenaren die zich wel melden, gaat de gemeenten in gesprek om een nieuwe bestemming te vinden voor het lege pand.

Amsterdam

Amsterdam was in juli de eerste gemeente die een meldplicht invoerde. Het effect daarvan is op deze korte termijn nog niet goed meetbaar, zegt woordvoerster Marjolijn van Goethem. Maar opvallend is wel dat zich de laatste tijd veel kantooreigenaren hebben gemeld. ‘Dat komt natuurlijk ook door de economische realiteit. Eigenaren realiseren zich dat het steeds lastiger wordt om hun pand nog te verhuren als kantoor. Ze willen met ons in gesprek over alternatieven.’


Wet kraken en leegstand

Sinds de Wet kraken en Leegstand vorig jaar in werking trad, kunnen gemeenten een leegstandsverordening opstellen, met daarin een meldingsplicht. Zo’n verordening is niet verplicht. Diverse gemeenten lieten vorig jaar meteen weten daar weinig voor te voelen, zegt VNG-woordvoerster Liane ter Maat. ‘Als de leegstand niet een heel erg groot probleem is, kost het uitvoeren en handhaven van de afspraken in een verordening soms meer dan het oplevert. Ze houden het dan liever bij bestaande instrumenten om leegstand te bestrijden.’

Bron: Binnenlandsbestuur